Inclusief onderwijs

Gepubliceerd op 10 april 2024 om 20:21

Wat betekent dit praktisch voor jou in de klas?

Welke invloed heb jij?

Inclusief onderwijs is veelomvattend en vraagt steeds meer van jou als leerkracht.

Mijn tip: kijk vooral naar waar jij invloed op hebt!

Voor een workshop over inclusief onderwijs heb ik mij verdiept in wat inclusief onderwijs betekent voor jou als leerkracht. En hoe jij hier in jouw klas handen en voeten aan kunt geven.

In deze blog lees je praktische tips over wat bijdraagt en hoe jij dit in je klas kunt organiseren.

Wat verstaan we onder inclusief onderwijs?

Inclusief onderwijs is een veelomvattend thema. Als we dit iets kleiner maken, kun je onder inclusief onderwijs de smalle en brede context onderscheiden. Bij inclusief onderwijs wordt vaak eerst gedacht aan leerlingen met een (fysieke) beperking. Dit wordt ook wel de smalle context genoemd. 

Inclusief onderwijs gaat echter over meer dan alleen deze doelgroep. Het gaat over de totale diversiteit van leerlingen en hun leer- en ontwikkelbehoefte. Van kinderen met een eigen leerlijn tot het kind dat extra beweegbehoefte heeft. Ook wel bekend als de brede context.

Onder inclusief onderwijs horen dus ook kinderen met; een anderstalige achtergrond, kinderen met een andere culturele achtergrond, verschillende leerniveaus, leerlingen met ADHD en beweeg behoefte, leerlingen met ADD en een concentratie uitdaging, leerlingen met dyslexie / dyscalculie, introverte leerlingen, extraverte leerlingen, ongemotiveerde leerlingen, etc.

 

Deze totale diversiteit van leer- en ontwikkelbehoeften maakt jouw baan als leerkracht uitdagend.

De invloed van jouw eigen overtuigingen

Bij inclusief onderwijs kan ook horen dat je denkt als leerkracht: 'Maar deze rekenles geven lukt niet, ik heb te veel leerlingen met uiteenlopende onderwijsbehoeften.'

Ik wil je graag helpen om te focussen op wat jij als onderwijsprofessional kunt beïnvloeden, waardoor het wél lukt. Zodat jij, vanuit jouw eigen invloed, de les, vormgeving, activiteiten en werkvormen zó aanpast dat het lesdoel (daar draait het immers om) wél bereikt kan worden. Ook dat is inclusief onderwijs. Kijken naar wat jouw leerlingen nodig hebben en daarop afstemmen.

Zo kun je ervoor kiezen om aan de beweegbehoefte tegemoet te komen door de les te starten met een actieve werkvorm. Met een coöperatieve werkvorm als 'zoek iemand die' of 'wandel-wissel-uit' combineer je de natuurlijke drang om te bewegen en te praten die ieder kind heeft. Een andere manier om te bereiken dat kinderen met elkaar samenwerken en gedachten uitwisselen, kan door ieder kind aan een maatje te koppelen. Vragen over de leerstof kunnen aan het maatje gesteld worden. Het voordeel is ook dat kinderen zo van elkaar leren én dat jij als leerkracht tijd en ruimte hebt om bijvoorbeeld die ene leerling verdieping te bieden.

Deze didactische differentiatie heeft dus ook te maken met je eigen overtuigingen. Je kunt daarbij denken aan vragen als:

Wat vind jij van Passend Onderwijs? Heb jij een positieve houding en overtuiging ten aanzien van inclusief onderwijs? Voel jij je ook vaardig, bekwaam in de uitvoering. Kun je vanuit hoge verwachtingen je onderwijs vormgeven of ben je nog handelingsverlegen op sommige punten? 

De eigen overtuigingen en jouw gevoel van bekwaamheid zijn ontzettend belangrijk. Het bepaalt of je hoge verwachtingen van kinderen durft en kunt hebben en of je gelooft in het vormgeven van inclusief onderwijs in je klas.

Kun je een steuntje in de rug gebruiken om je vaardiger te voelen, om ook in jouw klas inclusief onderwijs vorm te geven?

Denk dan eens aan deze mogelijke manieren om je te ontwikkelen:

  1. Reflecteer iedere les op je eigen handelen. Is het lesdoel behaald? Wat deden de kinderen, waren ze betrokken? Hoe kwam dit? Stel jezelf veel vragen en kijk telkens terug naar of het lesdoel voor elke leerling behaald is en wat jij hiervoor deed als leerkracht.
  2. Collegiale consultaties. Collega's zijn een bron van kennis. Wil je meer weten over het geven van instructie op meerdere niveaus? Of wil je zien hoe jouw collega bewegen en gedrag positief inzet om het lesdoel te halen? Maak dan eens gebruik van collegiale consultatie. Belangrijk is om gericht te kijken naar wat je wilt weten. Bespreek dit ook vooraf met je collega. En vraag achteraf naar keuzes. Samen weet je meer.
  3. Stage op s(b)o scholen. S(b)o scholen hebben veel ervaring met gedrag en specifieke leer- of ontwikkelbehoeften. Een stage  of meekijkdag op een s(b)o school kan je heel veel leren en tips geven. Deze kun je vervolgens delen in het schoolteam. Zo zorg je ervoor dat iedereen deze kennis hoort.
  4. Lesson Study. Lesson Study is ook een manier om actief te werken aan jouw overtuigingen over en vaardigheden in het realiseren van inclusiever onderwijs. Het motiveert je tot onderzoek, vragen stellen, overleggen en ook je eigen plan opstellen.

Jouw pedagogische vaardigheden zijn van onschatbare waarde

De band die jij opbouwt met een leerling is ontzettend waardevol. Deze goede, warme relatie tussen leerkracht en leerling is namelijk van groot belang voor de ontwikkeling van een kind. En voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften nog belangrijker.

Voor iedere leerling is het belangrijk dat er voldaan wordt aan de drie basisbehoeften: relatie - competentie - autonomie. Als leerkracht weet je dit natuurlijk, maar hoe kun je deze basisbehoeften in jouw klas stimuleren? Dit kan bijvoorbeeld door momenten van 1-op-1 aandacht te geven. Zo bouw je verder aan deze relatie. Pak die voetbal er eens bij in de pauze en oefen je skills meteen mee. En weet je? Je ervaart zelf ook weer het plezier van het spelen en hoe het voelt om kind te zijn.

Tip: maak bewust en regelmatig tijd om te werken aan een goede band met elke leerling in je klas. Met sommige leerlingen heb je die band sneller opgebouwd dan met anderen. Dat kan en dat is niet erg. Blijf erin investeren en geloven. Het helpt als je de kinderen echt leert kennen.

Bouwen aan die relatie kan door:

  • bewust aandacht te besteden aan kwaliteiten
  • gesprekjes aan te gaan
  • echte interesse tonen
  • meespelen in de pauze
  • zorg dat je feitjes weet over deze leerling. Zoals wat de hobby's zijn, hoe broertjes/zusjes heten en wat dromen van deze leerling zijn.

Met als doel: de leerlingen een veilig gevoel geven, waardoor hun betrokkenheid in de groep toeneemt. Want betrokkenheid, acceptatie en vertrouwen zijn belangrijke voorwaarden in het bouwen aan een warme relatie.

De positieve relatie tussen leerlingen stimuleren

Als jij met de leerling die extra beweeglijk is of die veel baat heeft bij structuur, een relatie opbouwt, zend je daarmee een signaal uit. Eén van: 'ik zie jou, ik accepteer jou en ik geef je de ruimte en grenzen die je nodig hebt om tot leren te komen.' Andere kinderen zien dit en nemen dit over. De hele groepsdynamiek en sociale acceptatie krijgt daarmee een boost!

Een warme band maakt het zien van kwaliteiten en positieve eigenschappen ook makkelijker. Zo kun jij als leerkracht positieve feedback geven, omdat je het kind écht goed kent. Een extra voordeel is dat jij als leerkracht ook de kans hebt om bewust de talenten van dit kind aan te sturen en in te zetten. Hierdoor wordt deze leerling actief betrokken en zal deze ook meer autonomie ervaren en tonen in het leren.

Naast jouw eigen warme relatie met de leerlingen, is het stimuleren van die positieve relatie tussen leerlingen ook nodig. Jij begeleidt als leerkracht dit proces, zodat iedere leerling de kans heeft om opgenomen te worden in de groep.

Tip: investeer daarvoor ook in de relatie tussen leerlingen. Je kunt een sociogram afnemen. Zo kom je erachter hoe de sociale verbindingen eruit zien in jouw klas. Stimuleer als leerkracht actief de contacten tussen kinderen. Je kunt dit stimuleren door coöperatieve werkvormen toe te passen. Hierdoor werken kinderen met verschillende klasgenoten samen. Coöperatief werken vindt plaats in een veilige omgeving en het is afgebakend. Ik raad je af om competitieve elementen toe te voegen. Dit kan tot onveiligheid en buitensluiten leiden. Hiernaast biedt de sociaal-emotionele methode van school ook veel lessen en handvatten om aan de gehele groepsdynamiek te werken.

Heb als leerkracht oog voor verschillen en bied hier acceptatie in. Je kunt investeren in positieve sociale interactie door niet-competitieve spelletjes, energizers en coöperatieve werkvormen in te zetten. Maak hier gerust ruimte voor in je lesrooster.

Met als doel: kinderen laten ervaren dat samen spelen en leren leidt tot plezier, leren van en met elkaar en dat iedereen sterke kanten en overeenkomsten heeft.

Het is verder helpend voor de sociale acceptatie als er geïnformeerd wordt over de verschillende leer- en ontwikkelbehoeften. Dit kan in algemene zin vorm krijgen door inclusieve lesmaterialen te gebruiken, maar het is ook helpend voor de sociale acceptatie als een kind de klas informeert.

Mijn dochter heeft na haar psycho-educatie de klas middels een spreekbeurt vertelt over ADD. Dit deed zij met hulp van de leerkracht. Enkele prachtige eigenschappen van mijn dochter zijn: haar creativiteit, sensitiviteit en het snel kunnen denken. Belangrijk is vooral dat de focus dan ligt op de overeenkomsten. Zo leer je de kinderen denken in mogelijkheden.

Ook een goede ouderbetrokkenheid heeft een gunstige invloed op het leren en ontwikkelen van leerlingen. Ouders zijn een belangrijke hulpbron. Zij beschikken over veel kennis en informatie. Zie ouders als een actieve partner en werk aan een goede samenwerking met hen. Verstevig die loyaliteitsdriehoek.

Vanuit jouw invloed de les vormgeven

Een hele goede les geven met hoge verwachtingen door jou als leerkracht. Dat is waar jij didactisch invloed op hebt in de klas.

Hoe zorg jij er in deze les voor dat het lesdoel behaald wordt? Daar heb je alle vrijheid in.

Pak maar uit met een energizer, coöperatieve werkvorm, bewegend leren, discussie aan het begin of een proefje om de kinderen te verwonderen. Zet in wat bij jou past. En wat jouw leerlingen nodig hebben om zo samen het lesdoel te behalen.

Hoe doe je dit?

Hou iedere les, je lesdoel voor ogen. Zo stippel jij de route uit om alle leerlingen uit te dagen en actief te betrekken bij de les. Pas je instructie en verwerkingsstof hier ook op aan. Kijk vooral naar waar jij invloed op uit kunt oefenen en wat realiseerbaar is.

Kinderen hebben een natuurlijke drang om te bewegen en te praten. Met coöperatieve en activerende werkvormen kun je hier deels aan tegemoet komen.

Zijn er coöperatieve werkvormen die van waarde zijn in het behalen van het lesdoel? Zet ze in!

Hoe wil je de verlengde instructie vormgeven? Doe jij dit, hoe doe je dit, met welke leerlingen doe je dit, wanneer bepaal je wie er mee doet aan die verlengde instructie. Wat doet de onderwijsassistent of kun je leerlingen aan elkaar koppelen? Belangrijk is dat je ook nadenkt over hoe je dit kunt begeleiden.

Met materialen kun je ook differentiëren. Concrete materialen zijn handig en nodig om het lesdoel betekenis te geven. Om het begrip vorm te geven en om leerlingen te enthousiasmeren ermee aan de slag te gaan. Nodig de kinderen uit om zelf met ideeën te komen rond materialen voor het leren en oefenen van de lesstof.

Bedenk ook eens welke activerende werkvormen je in kunt zetten in je les om aan het lesdoel en de beweegdrang van kinderen tegemoet te komen. Misschien kun je ideeën uit bewegend leren halen om in te zetten?

Met didactische vaardigheden wordt het geheel van keuzes bedoelt, die zorgen voor het efficiënt overbrengen van de lesstof, afgestemd op de behoeften van de leerlingen.

Differentiëren op leerniveau is er daar één van. Maar ook het aansluiten bij de manier van leren en de interesses gebruiken of juist prikkelen van de leerlingen hoort daarbij.

Als je er rustig over nadenkt, focust op jouw invloed waarbij je kijkt naar wat er didactisch wél kan, je werkt vanuit een warme relatie met en tussen de leerlingen, dan zijn de mogelijkheden eindeloos.

Op zoek naar boeken over dit onderwerp?

Om het theoretisch kader voor de te geven workshop vorm te geven, heb ik o.a. deze literatuur geraadpleegd:

  • Samen inclusief onderwijs realiseren

  • Van individueel naar inclusief onderwijs

Hoe nu verder?

Hopelijk heb je deze blog met plezier gelezen. De blogs zijn gebaseerd op mijn opleiding en ervaring als leerkracht, mijn coachtrajecten, maar ook op de vele boeken die ik lees en opleidingen / trainingen die ik volg.

Alleen mijn blogs lezen is als het lezen van een boek over zwemmen, zonder dat je ooit in het water ligt. Lezen is niet genoeg! Er is een verschil tussen kennen en kunnen. 

Wil jij dus, naast het kennen van de theorie, je ook verder ontwikkelen in het kunnen in de praktijk? Kijk dan vooral eens naar mijn aanbod.

Blog April 2024 Inclusief Onderwijs Pdf
PDF – 184,3 KB 33 downloads

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.